flap - zelfstandig naamwoord
1. bedrukt papiertje om mee te betalen
♢ hij telde zomaar tien flappen neer
1. flappen tappen
[geld uit een geldautomaat halen]
2. naar binnen gevouwen deel van boekomslag
♢ op de flap van het boek stond een samenvatting
3. neerhangend lapje
♢ hij droeg een muts met flappen
Zelfstandig naamwoord: flap
de flap
de flappen
het flapje
Synoniemen
bankbiljet, prent
Gepubliceerd op 14-11-2017
flap
betekenis & definitie