evenaren - regelmatig werkwoord
uitspraak: e-ve-na-ren
1. minstens hetzelfde zijn
♢ zijn kracht evenaart die van zijn vader
Regelmatig werkwoord: e-ve-na-ren
ik evenaar
jij/u evenaart
hij/zij evenaart
wij/zij/jullie evenaren
ik/jij/u/hij/zij evenaarde
wij/zij/jullie evenaarden
hij heeft geëvenaard
de/het/een geëvenaarde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
evenaren
betekenis & definitie