Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

energie

betekenis & definitie

energie - zelfstandig naamwoord
uitspraak: e-ner-zjie

1. kracht die gebruikt kan worden voor warmte, licht, etc.
♢ we halen in Nederland energie uit aardgas
1. groene energie
[die geen schade oplevert voor het milieu]
2. duurzame energie
[die gebruikmaakt van bronnen die blijvend beschikbaar zijn, zoals zon en wind]
3. alternatieve energie
[niet afkomstig van fossiele brandstoffen]
2. kracht en zin om iets te doen
♢ vol energie ging hij aan het werk
1. ergens veel energie in steken
[er veel mee bezig zijn]
3. kracht voor het gebruik van je spieren, die je krijgt door goede voeding
♢ pasta, aardappelen en rijst leveren veel energie voor ons lichaam
1. je energie kwijt moeten
[bewegen en rennen waardoor je moe wordt]
2. energierijk
[waar veel calorieën in zitten]

Zelfstandig naamwoord: e-ner-zjie
de energie

Synoniemen
fut, levenskracht, vitaliteit, werkkracht