emanciperen - regelmatig werkwoord
uitspraak: e-man-ci-pe-ren
1. zich bevrijden van beperkingen, gelijke rechten krijgen
♢ in de meeste landen zijn homo's bezig zich te emanciperen
Regelmatig werkwoord: e-man-ci-pe-ren
ik emancipeer
jij/u emancipeert
hij/zij emancipeert
wij/zij/jullie emanciperen
ik/jij/u/hij/zij emancipeerde
wij/zij/jullie emancipeerden
hij heeft geëmancipeerd
de/het/een geëmancipeerde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
emanciperen
betekenis & definitie