Werkwoorden vervoegen
emanciperen
Tegenwoordige tijd emanciperen
Ik emancipeer
Jij emancipeert
emancipeer jij?
U emancipeert
Hij/Zij/Het emancipeert
Wij emanciperen
Jullie emanciperen
Zij emanciperen
Verleden tijd van emanciperen
Ik emancipeerde
Jij/U emancipeerde
Hij/Zij/Het emancipeerde
Wij emancipeerden
Jullie emancipeerden
Zij emancipeerden
Voltooid deelwoord van emanciperen
geëmancipeerd
Tegenwoordig deelwoord van emanciperen
emanciperend