doven - regelmatig werkwoord
uitspraak: do-ven
1. zorgen dat het niet meer brandt
♢ hij doofde de kaarsen
Regelmatig werkwoord: do-ven
ik doof
jij/u dooft
hij/zij dooft
wij/zij/jullie doven
ik/jij/u/hij/zij doofde
wij/zij/jullie doofden
hij heeft gedoofd
de/het/een gedoofde ....
dovend, dovende
Synoniemen
blussen, uitblussen, uitdoven, uitmaken
Tegenstellingen
aanmaken, aansteken, ontsteken
Gepubliceerd op 14-11-2017
doven
betekenis & definitie