Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

doorgaan

betekenis & definitie

doorgaan - onregelmatig werkwoord
uitspraak: door-gaan

1. door anderen zo gezien worden
hij gaat door voor een vriendelijk man
2. het leek dat het niet zou gebeuren, maar het gebeurt toch
♢ gelukkig, de reis gaat door
3. blijven duren, blijven bestaan
♢ hoe lang zal die herrie nog doorgaan?
4. het blijven doen
♢ ze gingen maar door met hun gezang

Onregelmatig werkwoord: door-gaan
ik ga door (... ik doorga)
jij/u gaat door (... jij doorgaat)
hij/zij gaat door (... hij doorgaat)
wij/zij/jullie gaan door (... wij doorgaan)
ik/jij/u/hij/zij ging door (... ik doorging)
wij/zij/jullie gingen door (... wij doorgingen)
hij is doorgegaan
doorgaand, doorgaande

Synoniemen
continueren, verdergaan, vervolgen, voortduren, voortgaan, voortzetten

Tegenstellingen
kappen, nokken

< >