dichtknijpen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: dicht-knij-pen
1. zo knijpen dat het dicht is
♢ Isabella kneep de sluiting van het zakje dicht
1. je mag je handen dichtknijpen
[je mag daar heel blij mee zijn]
2. een oogje dichtknijpen
[niet alles willen zien, wat door de vingers zien]
Onregelmatig werkwoord: dicht-knij-pen
ik knijp dicht (... ik dichtknijp)
jij/u knijpt dicht (... jij dichtknijpt)
hij/zij knijpt dicht (... hij dichtknijpt)
wij/zij/jullie knijpen dicht (... wij dichtknijpen)
ik/jij/u/hij/zij kneep dicht (... ik dichtkneep)
wij/zij/jullie knepen dicht (... wij dichtknepen)
hij heeft dichtgeknepen
de/het/een dichtgeknepen ....
dichtknijpend, dichtknijpende
Gepubliceerd op 14-11-2017
dichtknijpen
betekenis & definitie