dichten - regelmatig werkwoord
uitspraak: dich-ten
1. gedichten maken
♢ Bep kan prachtige gedichten maken
2. het dicht maken
♢ de loodgieter dichtte het gat in de waterleiding
Regelmatig werkwoord: dich-ten
ik dicht
jij/u dicht
hij/zij dicht
wij/zij/jullie dichten
ik/jij/u/hij/zij dichtte
wij/zij/jullie dichtten
hij heeft gedicht
de/het/een gedichte ....
dichtend, dichtende
Gepubliceerd op 14-11-2017
dichten
betekenis & definitie