detineren - regelmatig werkwoord
uitspraak: de-ti-ne-ren
1. opsluiten op een politiebureau of in de gevangenis
♢ haar vriend is sinds drie maanden gedetineerd
Regelmatig werkwoord: de-ti-ne-ren
ik detineer
jij/u detineert
hij/zij detineert
wij/zij/jullie detineren
ik/jij/u/hij/zij detineerde
wij/zij/jullie detineerden
hij heeft of is gedetineerd
de/het/een gedetineerde ....
Synoniemen
gevangennemen, opsluiten, vastzetten
Tegenstellingen
ontkomen, ontsnappen, ontspringen, ontvluchten, uitbreken, wegkomen
Gepubliceerd op 14-11-2017
detineren
betekenis & definitie