demonteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: de-mon-te-ren
1. uit elkaar halen
♢ de technicus demonteerde mijn computer
2. onschadelijk maken
♢ de mijn die ze gevonden hebben, is gedemonteerd
Regelmatig werkwoord: de-mon-te-ren
ik demonteer
jij/u demonteert
hij/zij demonteert
wij/zij/jullie demonteren
ik/jij/u/hij/zij demonteerde
wij/zij/jullie demonteerden
hij heeft gedemonteerd
de/het/een gedemonteerde ....
demonterend, demonterende
Tegenstellingen
monteren
Gepubliceerd op 14-11-2017
demonteren
betekenis & definitie