contrasteren - regelmatig werkwoord
uitspraak: con-tras-te-ren
1. heel andere kenmerken hebben
♢ die felle kleuren contrasteren met de saaie achtergrond
Regelmatig werkwoord: con-tras-te-ren
ik contrasteer
jij/u contrasteert
hij/zij contrasteert
wij/zij/jullie contrasteren
ik/jij/u/hij/zij contrasteerde
wij/zij/jullie contrasteerden
hij heeft gecontrasteerd
de/het/een gecontrasteerde ....
contrasterend, contrasterende
Synoniemen
afsteken
Tegenstellingen
overeenkomen, overeenstemmen, stroken
Gepubliceerd op 14-11-2017
contrasteren
betekenis & definitie