stroken - regelmatig werkwoord
uitspraak: stro-ken
1. voor een deel of helemaal hetzelfde zijn
♢ dat uitstapje strookt niet met mijn plannen
Regelmatig werkwoord: stro-ken
het strookt
zij stroken
het strookte
zij strookten
het heeft gestrookt
strokend, strokende
Synoniemen
overeenkomen, overeenstemmen
Tegenstellingen
afsteken, contrasteren
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.