chip - zelfstandig naamwoord
uitspraak: tsjip
1. dun gefrituurd schijfje aardappel
♢ wil je een zakje chips bij de limonade?
2. klein plaatje met elektrische schakelingen dat allerlei functies kan hebben
♢ deze wasmachine wordt aangestuurd door een chip
Zelfstandig naamwoord: tsjip
de chip
de chips
het chipje
Synoniemen
microchip
Gepubliceerd op 14-11-2017
chip
betekenis & definitie