camoufleren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ca-mou-fle-ren
1. ervoor zorgen dat het niet opvalt
♢ hij heeft zijn dikke buik met een lange trui gecamoufleerd
Regelmatig werkwoord: ca-mou-fle-ren
ik camoufleer
jij/u camoufleert
hij/zij camoufleert
wij/zij/jullie camoufleren
ik/jij/u/hij/zij camoufleerde
wij/zij/jullie camoufleerden
hij heeft gecamoufleerd
de/het/een gecamoufleerde ....
camouflerend, camouflerende
Gepubliceerd op 14-11-2017
camoufleren
betekenis & definitie