Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

buil

betekenis & definitie

buil - zelfstandig naamwoord

1. een plek die dik en opgezet is
♢ Norman stootte zich en heeft nu een buil op zijn hoofd
1. daar kun je je geen buil aan vallen
[daar zit niet veel risico aan]

Zelfstandig naamwoord: buil
de buil
de builen
het builtje

Synoniemen
zwelling