Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

bonzen

betekenis & definitie

bonzen - regelmatig werkwoord
uitspraak: bon-zen

1. heel hard kloppen
omdat de bel het niet deed, moesten we op de deur bonzen
1. mijn hart bonsde
[ging onstuimig tekeer]

Regelmatig werkwoord: bon-zen
ik bons
jij/u bonst
hij/zij bonst
wij/zij/jullie bonzen
ik/jij/u/hij/zij bonsde
wij/zij/jullie bonsden
hij heeft gebonsd
bonzend, bonzende

< >