blokkeren

betekenis & definitie

blokkeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: blok-ke-ren

1. zorgen dat er niets of niemand meer door kan
♢ de toegang tot het gebouw werd geblokkeerd

Regelmatig werkwoord: blok-ke-ren
ik blokkeer
jij/u blokkeert
hij/zij blokkeert
wij/zij/jullie blokkeren
ik/jij/u/hij/zij blokkeerde
wij/zij/jullie blokkeerden
hij heeft geblokkeerd
de/het/een geblokkeerde ....
blokkerend, blokkerende

Synoniemen
afsluiten, versperren

Tegenstellingen
openlaten