blinddoeken - regelmatig werkwoord
uitspraak: blind-doe-ken
1. een doek voor de ogen binden
♢ bij dit spelletje wordt een van jullie geblinddoekt
Regelmatig werkwoord: blind-doe-ken
ik blinddoek
jij/u blinddoekt
hij/zij blinddoekt
wij/zij/jullie blinddoeken
ik/jij/u/hij/zij blinddoekte
wij/zij/jullie blinddoekten
hij heeft geblinddoekt
de/het/een geblinddoekte ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
blinddoeken
betekenis & definitie