biologisch - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: bi-o-lo-gies
1. wat met de studie van levende dingen te maken heeft
♢ zij werkt aan een biologisch onderzoek
1. de biologische klok
[intern mechanisme van het lichaam, dat zorgt voor het slaap- en waakritme]
2. wat op een natuurlijke manier werkt
♢ die biologische yoghurt is goed voor je darmen
1. biologische oorlogsvoering
[waarbij gebruik wordt gemaakt van krachten uit de natuur]
3. wat op een natuurlijke manier groeit
♢ bij het verbouwen van biologische groente gebruiken ze geen kunstmest
4. wat op een natuurlijke manier is ontstaan
♢ de ouders van Jara zijn niet haar biologische ouders, ze is geadopteerd
Bijvoeglijk naamwoord: bi-o-lo-gies
... is biologischer dan ...
de/het biologische ...
Gepubliceerd op 14-11-2017
biologisch
betekenis & definitie