bezweren - onregelmatig werkwoord
uitspraak: be-zwe-ren
1. het met veel nadruk zeggen
♢ hij bezwoer mij dat hij het niet zo bedoeld had
2. het door formules, woorden of geluiden in je macht krijgen
♢ met zijn fluit kan hij slangen bezweren
1. een bezwerend gebaar
[waarmee je iemand probeert te sussen]
Onregelmatig werkwoord: be-zwe-ren
ik bezweer
jij/u bezweert
hij/zij bezweert
wij/zij/jullie bezweren
ik/jij/u/hij/zij bezwoer
wij/zij/jullie bezwoeren
hij heeft bezworen
de/het/een bezworen ....
bezwerend, bezwerende
Gepubliceerd op 14-11-2017
bezweren
betekenis & definitie