beoefenen - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-oe-fe-nen
1. eraan werken, het uitvoeren
♢ hij beoefent de tennissport
Regelmatig werkwoord: be-oe-fe-nen
ik beoefen
jij/u beoefent
hij/zij beoefent
wij/zij/jullie beoefenen
ik/jij/u/hij/zij beoefende
wij/zij/jullie beoefenden
hij heeft beoefend
de/het/een beoefende ....
Synoniemen
doen
Tegenstellingen
laten, nalaten
Gepubliceerd op 14-11-2017
beoefenen
betekenis & definitie