beoefenen
beoefenen - Werkwoord 1. (ov) bij regelmaat zich in iets bekwamen ♢ De Elamitische taal wordt maar door zeer weinigen beoefend. Woordherkomst Afgeleid van oefenen met het voorvoegsel be-
Klik hier en adverteer exclusief op deze zoekterm
Nederlandstalige WikiWoordenboek
beoefenen - Werkwoord 1. (ov) bij regelmaat zich in iets bekwamen ♢ De Elamitische taal wordt maar door zeer weinigen beoefend. Woordherkomst Afgeleid van oefenen met het voorvoegsel be-
Nederlands woordenboek voor onderwijs
beoefenen - regelmatig werkwoord uitspraak: be-oe-fe-nen 1. eraan werken, het uitvoeren ♢ hij beoefent de tennissport Regelmatig werkwoord: be-oe-fe-nen ik beoefen jij/u beoefent...
Nederlandse encyclopedie
(beoefende, heeft beoefend), 1. zich met enig vak of bedrijf, kunst of wetenschap geregeld bezighouden, er zijn dagelijks werk van maken: de geneeskunde beoefenen; een kunst beoefenen; 2. zich toeleggen op, in praktijk brengen: de godsdienst, een deugd beoefenen.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
(beoefende, heeft beoefend), 1. zich met enig vak van bedrijf, kunst of wetenschap geregeld bezighouden, er zijn dagelijks werk van maken: de geneeskunde beoefenen; een kunst beoefenen. 2. zich toeleggen op, in praktijk brengen: de godsdienst, een deugd beoefenen.
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
beoefende, h. beoefend (zich op iets toeleggen, zich oefenen in of op, bestuderen): een wetenschap beoefenen, een deugd beoefenen.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
BEOEFENEN, (beoefende, heeft beoefend), tot het aanleeren van iets zijne krachten inspannen, zich op iets toeleggen, inz. eene wetenschap, eene kunst beoefenen; de geneeskunde beoefenen; eene kunst beoefenen; — den godsdienst beoefenen, godsdienstige samenkomsten houden; — een deugd beoefenen, die in praktijk brengen. BEOEFENING, v. st...
Handwoordenboek van Nederlansche Synoniemen 1898
zie Bestudeeren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.