Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

bengelen

betekenis & definitie

bengelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: ben-ge-len

1. een beetje heen en weer slingeren
♢ de engel hing te bengelen in de kerstboom

Regelmatig werkwoord: ben-ge-len
ik bengel
jij/u bengelt
hij/zij bengelt
wij/zij/jullie bengelen
ik/jij/u/hij/zij bengelde
wij/zij/jullie bengelden
hij heeft gebengeld
bengelend, bengelende