benaderen - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-na-de-ren
1. in de buurt komen
♢ hij benaderde de hond voorzichtig
1. hij is niet te benaderen
[je kunt geen contact met hem krijgen]
2. naar iemand toe gaan
♢ ze hebben mij benaderd met de vraag of ik voorzitter wil worden
Regelmatig werkwoord: be-na-de-ren
ik benader
jij/u benadert
hij/zij benadert
wij/zij/jullie benaderen
ik/jij/u/hij/zij benaderde
wij/zij/jullie benaderden
hij heeft benaderd
de/het/een benaderde ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk