behoren - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-ho-ren
1. wat gepast is
♢ je behoort een volwassene met u aan te spreken
2. (behoren tot) ertoe gerekend worden
♢ een beer behoort tot de klasse van de zoogdieren
3. (behoren aan) iemands eigendom zijn
♢ dit boek behoort aan mij
Regelmatig werkwoord: be-ho-ren
ik behoor
jij/u behoort
hij/zij behoort
wij/zij/jullie behoren
ik/jij/u/hij/zij behoorde
wij/zij/jullie behoorden
hij heeft behoord
behorend, behorende
Synoniemen
betamen, horen
Gepubliceerd op 14-11-2017
behoren
betekenis & definitie