gepast - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: ge-past
1. met goede manieren, zoals het hoort
♢ het is niet gepast om in gezelschap te boeren
1. gepast geld
[precies zoveel geld als nodig is]
2. in precies de juiste hoeveelheid
♢ kunt u misschien gepast betalen?
Bijvoeglijk naamwoord: ge-past
... is gepaster dan ...
de/het gepaste ...
Synoniemen
behoorlijk, beschaafd, correct, fatsoenlijk, keurig, netjes, voorkomend, zedelijk
Tegenstellingen
onbehoorlijk, onfatsoenlijk
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk