beer - zelfstandig naamwoord
1. groot roofdier met dikke vacht en kleine oren
♢ de jagers hebben een beer geschoten
1. zo sterk als een beer
[heel erg sterk]
2. een beer van een vent
[een grote, sterke man]
3. beren op de weg zien
[bang zijn voor iets wat niet bestaat]
4. de beer is los!
[de strijd is begonnen]
5. een ongelikte beer
[iemand zonder goede manieren]
6. je moet de huid niet verkopen voordat de beer geschoten is
[geen geld uitgeven voordat je het verdiend hebt]
2. mannetjesvarken
♢ de beer heeft de zeug gedekt
Zelfstandig naamwoord: beer
de beer
de beren
het beertje
Gepubliceerd op 14-11-2017
beer
betekenis & definitie
Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie.