bedrieger - zelfstandig naamwoord
uitspraak: be-drie-ger
1. wie meestal niet eerlijk is
♢ je kunt hem niet geloven, het is een bedrieger
2. wie niet trouw is aan zijn partner
♢ die bedrieger heeft naast zijn vrouw nog drie vriendinnen
3. wie iets anders doet dan men van hem verwacht
♢ deze bedrieger heeft geld van de club gestolen
Algemene uitdrukkingen:
1. de bedrieger bedrogen
[dat zeg je als iemand die een ander wil beetnemen, zelf bedrogen wordt]
Zelfstandig naamwoord: be-drie-ger
de bedrieger
de bedriegers
het bedriegertje
Synoniemen
oplichter
Gepubliceerd op 14-11-2017
bedrieger
betekenis & definitie