bedonderen - regelmatig werkwoord
uitspraak: be-don-de-ren
1. niet eerlijk zijn
♢ hij heeft mij bedonderd, toen hij die rommel verkocht
Regelmatig werkwoord: be-don-de-ren
ik bedonder
jij/u bedondert
hij/zij bedondert
wij/zij/jullie bedonderen
ik/jij/u/hij/zij bedonderde
wij/zij/jullie bedonderden
hij heeft bedonderd
de/het/een bedonderde ....
Synoniemen
bedriegen, belazeren, besodemieteren, misleiden, verneuken
Gepubliceerd op 14-11-2017
bedonderen
betekenis & definitie