bedonderen
(19e eeuw) (inf.) bedriegen; voor de gek houden. Eigenlijk: door de donder iemand van zijn stuk brengen. Syn.: bebliksemen*; bedonderstralen*; beduvelen*; befazelen*; beflikken*; belatafelen*; belazeren*; belazerstralen*; bemieteren*; besausnegeren*; beschwindelen*; beseibelen*; besjoemelen*; besodemieteren*; betoeteren* enz. • Lul...