Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

bak

betekenis & definitie

bak - zelfstandig naamwoord

1. wat je vertelt of doet om iemand te laten lachen
♢ ken je die bak van Sam en Moos die naar Zandvoort gingen?
2. kommetje met oor om uit de drinken
♢ ik kom een bakje koffie bij je drinken
1. een Haags bakje
[een halfvol kopje]
3. soort kist of doos zonder deksel
♢ de planten stonden in een bak
1. een bakje troost
[een kopje koffie]
2. een volle bak
[een volle zaal]
3. dat is kat in het bakkie
[een eenvoudig karweitje]
4. gevangenis
♢ zijn vader zit in de bak
1. de bak in draaien
[gevangengenomen worden]

Algemene uitdrukkingen:
1. niet aan de bak komen
[geen werk kunnen vinden]
Zelfstandig naamwoord: bak
de bak
de bakken
het bakje

Synoniemen
grap, kop, mop