arceren - regelmatig werkwoord
uitspraak: ar-se-ren
1. een vlak vullen met evenwijdige lijntjes
♢ door dit vierkant te arceren lijkt het grijs
Regelmatig werkwoord: ar-se-ren
ik arceer
jij/u arceert
hij/zij arceert
wij/zij/jullie arceren
ik/jij/u/hij/zij arceerde
wij/zij/jullie arceerden
hij heeft gearceerd
de/het/een gearceerde ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
arceren
betekenis & definitie