ambtelijk - bijvoeglijk naamwoord
uitspraak: am-te-lijk
1. met het karakter van een functie bij de overheid
♢ zo'n ambtelijke baan trekt mij niet aan
2. met kenmerken van wat bij de overheid gebeurt
♢ de ambtelijke stukken werden verstuurd naar de Tweede Kamerleden
3. wat vanuit een officiële functie gebeurt
♢ de minister vaardigde een ambtelijk bevel uit
Bijvoeglijk naamwoord: am-te-lijk
... is ambtelijker dan ...
de/het ambtelijke ...
iets ambtelijks
Gepubliceerd op 14-11-2017
ambtelijk
betekenis & definitie