alarmeren - regelmatig werkwoord
uitspraak: a-lar-me-ren
1. waarschuwen dat er gevaar dreigt of dat er hulp moet komen
♢ hij alarmeerde de politie via 112
1. alarmerend nieuws
[verontrustend nieuws]
2. in onrust brengen of houden
♢ wij waren wel gealarmeerd toen we dat bericht lazen
Regelmatig werkwoord: a-lar-me-ren
ik alarmeer
jij/u alarmeert
hij/zij alarmeert
wij/zij/jullie alarmeren
ik/jij/u/hij/zij alarmeerde
wij/zij/jullie alarmeerden
hij heeft gealarmeerd
de/het/een gealarmeerde ....
alarmerend, alarmerende
Synoniemen
verontrusten
Gepubliceerd op 14-11-2017
alarmeren
betekenis & definitie