afwikkelen - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-wik-ke-len
1. losrollen van iets dat ergens omheen zit
♢ Norman wikkelde het vliegertouw van de klos af
2. ervoor zorgen dat het klaar is
♢ de klacht is afgewikkeld door onze klantenafdeling
Regelmatig werkwoord: af-wik-ke-len
ik wikkel af (... ik afwikkel)
jij/u wikkelt af (... jij afwikkelt)
hij/zij wikkelt af (... hij afwikkelt)
wij/zij/jullie wikkelen af (... wij afwikkelen)
ik/jij/u/hij/zij wikkelde af (... ik afwikkelde)
wij/zij/jullie wikkelden af (... wij afwikkelden)
hij heeft afgewikkeld
de/het/een afgewikkelde ....
afwikkelend, afwikkelende
Synoniemen
afhandelen
Gepubliceerd op 14-11-2017
afwikkelen
betekenis & definitie