afvragen - onregelmatig werkwoord
uitspraak: af-vra-gen
1. jezelf een vraag stellen en daarover nadenken
♢ Jan vroeg zich af of hij wel de juiste beslissing genomen had
Onregelmatig werkwoord: af-vra-gen
ik vraag af (... ik afvraag)
jij/u vraagt af (... jij afvraagt)
hij/zij vraagt af (... hij afvraagt)
wij/zij/jullie vragen af (... wij afvragen)
ik/jij/u/hij/zij vroeg af (... ik afvroeg)
wij/zij/jullie vroegen af (... wij afvroegen)
hij heeft afgevraagd
Gepubliceerd op 14-11-2017
afvragen
betekenis & definitie