afbeelden - regelmatig werkwoord
uitspraak: af-beel-den
1. er een tekening of een plaatje van maken
♢ hij beeldde haar af als een prinses
Regelmatig werkwoord: af-beel-den
ik beeld af (... ik afbeeld)
jij/u beeldt af (... jij afbeeldt)
hij/zij beeldt af (... hij afbeeldt)
wij/zij/jullie beelden af (... wij afbeelden)
ik/jij/u/hij/zij beeldde af (... ik afbeeldde)
wij/zij/jullie beeldden af (... wij afbeeldden)
hij heeft afgebeeld
de/het/een afgebeelde ....
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk