achterblijven

betekenis & definitie

achterblijven - onregelmatig werkwoord
uitspraak: ach-ter-blij-ven

1. blijven waar je bent, niet met de anderen meegaan
♢ ze gingen allemaal op vakantie en wij bleven achter
2. anderen niet kunnen bijhouden
♢ deze leerling blijft achter bij de rest
1. daar zit iets achter
[ze vertellen niet alles, ze hebben een geheim]
2. een achtergebleven gebied
[het is armer of ouderwetser dan andere gebieden]

Onregelmatig werkwoord: ach-ter-blij-ven
ik blijf achter (... ik achterblijf)
jij/u blijft achter (... jij achterblijft)
hij/zij blijft achter (... hij achterblijft)
wij/zij/jullie blijven achter (... wij achterblijven)
ik/jij/u/hij/zij bleef achter (... ik achterbleef)
wij/zij/jullie bleven achter (... wij achterbleven)
hij is achtergebleven
de/het/een achtergebleven ....
achterblijvend, achterblijvende

Synoniemen
achterliggen