aansnijden - onregelmatig werkwoord
uitspraak: aan-snij-den
1. het eerste stuk snijden
♢ Jan heeft de taart aangesneden
2. ergens over beginnen te praten
♢ het onderwerp 'vakantie' hebben we nog niet aangesneden
Onregelmatig werkwoord: aan-snij-den
ik snijd aan (... ik aansnijd)
jij/u snijdt aan (... jij aansnijdt)
hij/zij snijdt aan (... hij aansnijdt)
wij/zij/jullie snijden aan (... wij aansnijden)
ik/jij/u/hij/zij sneed aan (... ik aansneed)
wij/zij/jullie sneden aan (... wij aansneden)
hij heeft aangesneden
de/het/een aangesneden ....
Gepubliceerd op 14-11-2017
aansnijden
betekenis & definitie