Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

Gepubliceerd op 14-11-2017

aanslaan

betekenis & definitie

aanslaan - onregelmatig werkwoord
uitspraak: aan-slaan

1. kort aanraken
zij sloeg de c aan op de piano
2. bepalen hoeveel hij waard is
wij zijn door de belasting aangeslagen voor 5000 euro
3. beginnen te draaien
♢ na één keer proberen, sloeg de motor aan
4. beginnen te blaffen
♢ als er volk aan de deur komt, slaat de hond aan
5. in de smaak vallen
♢ mijn plan is wel aangeslagen bij onze club

Onregelmatig werkwoord: aan-slaan
ik sla aan (... ik aansla)
jij/u slaat aan (... jij aanslaat)
hij/zij slaat aan (... hij aanslaat)
wij/zij/jullie slaan aan (... wij aanslaan)
ik/jij/u/hij/zij sloeg aan (... ik aansloeg)
wij/zij/jullie sloegen aan (... wij aansloegen)
hij heeft aangeslagen
de/het/een aangeslagen ....

Tegenstellingen
afslaan