Winkels. Vanaf het midden van de 19de eeuw werden bestaande panden in de binnenstad voorzien van een winkelpui.
Goede voorbeelden hiervan zijn de hoekwinkels Wijnstraat 184-192 (circa 1870) en Voorstraat 25 (circa 1880). Sober neoclassicistisch van vorm zijn de winkelpuien van Voorstraat 58-60 en de gepleisterde hoekwinkel Voorstraat 130 (beide circa 1880). Gietijzeren zuiltjes en een portiek heeft de winkelpui van Voorstraat 94 (circa 1880). Voorbeelden van rond 1890 geplaatste neorenaissance-puien zijn te vinden bij Voorstraat 354-356, Groenmarkt 6-8 (trapgevel 1681) en Voorstraat 455 (1894). Andere winkels met neorenaissance-details zijn Voorstraat 475 (1885), Voorstraat 122-126 (1892) en Voorstraat 408 (circa 1900). De zeer rijke eclectische gevel van Steegoversloot 29 kwam rond 1895 tot stand.
Diverse winkels werden gebouwd of verbouwd naar plannen van H.A. Reus. Voor vaandelfabrikant C.M. van Diemen ontwierp hij de opvallende eclectische gevel van het winkelpand Sine Labore Nihil (Voorstraat 251-253) uit 1893, waarvan de winkelinrichting ook bewaard is gebleven. Verder ontwierp hij de eclectische hardstenen winkelpui (1896) van het midden-18de-eeuwse pand Voorstraat 376-380 en de met neoromaanse details uitgevoerde winkel Voorstraat 273 (1898), waarvan de pui is voorzien van bouwsculpturen van L. Zijl. Het veilinggebouw van de firma Mak van Waay (Visstraat 25), bestaande uit een verkooplokaal, toonzaal en venduhuis, werd in 1901 gebouwd ter plaatse van drie 16de-eeuwse panden in opdracht van S.J. en A.
Mak. Architect Reus ontwierp hiervoor de nieuwe gevel met rationalistische elementen en jugendstil-details.
Uit het begin van de 20ste eeuw dateren verschillende jugendstil-puien, zoals die bij Wijnstraat 178, Riedijk 94, Vriesestraat 144-146, Hofstraat 20 - en met een meer sprekende omlijsting Blekersdijk 19, Voorstraat 44 en Voorstraat 269 (alle circa 1905). Volledig in jugendstil opgetrokken gevels hebben Visstraat 11 (circa 1905), de ‘Vleeschhouwerij’ Prinsenstraat 67 (circa 1908) en de winkels Steegoversloot 22-24, Voorstraat 193 en Voorstraat 194 (alle circa 1910). Opmerkelijk zijn de winkels met bovenetalages. Voorbeelden met eclectische details zijn de hoekpanden Voorstraat 431 (1901) en Voorstraat 429. Bij de laatste heeft men de grote glasvlakken gevat binnen een stalen skelet met gietijzeren kolommen. Wijnstraat 223 werd in 1901 voor J.
Louwen verbouwd met een jugendstil-pui met bovenetalage naar ontwerp van L.P. Joosten. Het meest kenmerkende voorbeeld toont de in 1902 voor meubileerinrichting Zwijsen & Co. naar plannen van C. Tenenti ingrijpend verbouwde winkel Voorstraat 180 (gerestaureerd 1993). De in verblendsteen opgetrokken gevel is voorzien van tegeltableaux en gedecoreerde hardstenen onderdelen. Andere voorbeelden uit circa 1905 zijn Voorstraat 123 en Voorstraat 394.
De slagerij Grote Spuistraat 43 (circa 1925) en de winkels Voorstraat 183, Vest 199 (beide circa 1930) en Steegoversloot 25-27 (circa 1935) vertonen (zakelijk-)expressionistische details. Vanaf 1920 ontstonden verschillende grote winkels, waaronder het met ronde hoektoren uitgevoerde expressionistische pand Voorstraat 204 (circa 1925). Zakelijk-expressionistisch van vorm zijn de grote winkels Voorstraat 268, Voorstraat 280 en Voorstraat 302 (alle drie circa 1925), de dubbele hoekwinkel Torenstraat 138 (circa 1925) en de winkelcomplexen Voorstraat 320 (1923) en met hoektoren J. de Wittstraat 4-18 (1929), de laatste ontworpen door Bureau Bilderbeek & Reus. Voorbeelden van warenhuizen zijn het met ‘Um 1800’- en art déco-elementen ontworpen Lindershuis (Bagijnhof 7-11; 1920) en het warenhuis Visstraat 27 (circa 1920) met expressionistische details. Het voorm. warenhuis van Kreymborg (Bagijnhof 46; circa 1930) heeft een zakelijk-expressionistische vormgeving en het warenhuis van Vroom & Dreesmann (Voorstraat 258) kreeg in 1923 een gevel in functionalistische stijl naar plannen van J. Kuyt.