Monumenten in Nederland: Zuid-Holland

Ronald Stenvert, Chris Kolman, Saskia van Ginkel-Meester, Elisabeth Stades-Vischer, Sabine Broekhoven en Ronald Rommes (2004)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Vestingwerken in Gorinchem

betekenis & definitie

Vestingwerken. De middeleeuwse verdedigingswerken zijn verdwenen bij de aanleg tussen 1578 en 1608 van een door Adriaen Anthonisz van Alkmaar ontworpen vestinggordel met elf bastions (Oud-Hollandse stelsel) en een ravelijn op de plaats waar de Linge de stad binnenkomt.

Bij de verbouwing volgens het Nieuw-Hollandse stelsel (begin 18de eeuw) werden aan de oostzijde drie ravelijnen en een enveloppe toegevoegd. De vesting maakte deel uit van de Oude Hollandse Waterlinie en na 1815 ook van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Voor de aanleg van het Merwedekanaal (1885-'93) moest aan de westzijde één bastion wijken. In 1926 verloren het westelijke en noordelijke deel van de vesting de militaire functie. Pas in 1959 is de status van vestingstad opgeheven.

Vooral aan de oostzijde zijn de bastions en ravelijnen goed bewaard gebleven. In de omgrachting liggen twee stenen beren. Bij de Bagijnenwal zorgt een beer met twee monniken (vernieuwd 1772) voor de waterscheiding tussen de Linge en de westelijke stadsgracht. Aan de zuidzijde (De Punt) ligt een stenen beer uit 1889.

Door de aanleg van een dam met coupure (Dalemsedijk) in 1815, raakte de Dalempoort (Dalemwal 25) buiten gebruik. Deze in 1598-'97 gebouwde poort bestaat uit een gewelfde doorgang met daarboven een met speklagen en sierankers versierd wachthuis met ingesnoerd schilddak en dakruiter (vernieuwd). Het jaartal 1770 op een sluitsteen van de rondboogpoort verwijst naar een vergroting van de poortdoorgang aan beide zijden in dat jaar. De gevel aan de rivierzijde wordt geleed door gebosseerde pilasters. De poort kan bij hoogwater met houten deuren worden afgesloten.

Van de drie andere poorten werd de waterpoort (1642), die door de aanleg van de Voorhaven overbodig was geworden, in 1893 gesloopt (herbouwd in tuin Rijksmuseum) en vervangen door een coupure. De Kanselpoort en de Arkelpoort werden respectievelijk gesloopt in 1818 en 1857 en later eveneens vervangen door coupures (circa 1890). Bij de Vijfde Uitgang staat de Lingewacht (Blauwe Torenstraat 3), aanvankelijk een magazijn voor dijkonderhoud (1603) en vanaf 1704 in gebruik als wachthuis (tot 1967). Dit dwarse pand met twee kleine poorten is later aan de westzijde verbouwd. Bij de coupure van de Kanselpoort staat een in 1835 gebouwd wachthuis (Wolpherenwal 1-3) met een arcade aan de stadszijde. Ter verdediging van de Grote Merwedesluis werd rond 1890 in het meest westelijke bastion een caponnière gebouwd met droge gracht en opneembare brug (Kanselpoortweg ong.).