Monumenten in Nederland: Zeeland

R. Stenvert en C. Kolman (2003)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Sluis

betekenis & definitie

Stad, gesticht rond 1280 op de plaats waar het Zwin zich splitste in een tak naar Brugge en een zijtak richting Gent. De nederzetting, die tot 1331 Lamminsvliet heette, kreeg in 1290 stadsrechten van de graaf van Vlaanderen en groeide uit tot een voorhaven van Brugge.

Daartoe werd de zijtak van het Zwin omgevormd tot een buiten- en binnenhaven (met spuikom). De naar de uitwateringssluis genoemde stad ontwikkelde zich in een halve maanvorm, met bebouwing tussen de Zuiddijk en de nieuwe dijk (Hoogstraat) en als centrum de Markt met het stadhuis.

De kerken (Mariakerk en Janskerk) kwamen in de uithoeken te liggen. Beducht voor de concurrentie van Sluis plunderden Bruggelingen de stad in 1323.

Rond 1380 liet graaf Lodewijk van Vlaanderen aan de noordzijde (nabij de huidige begraafplaats) een kasteel bouwen. Tussen 1382 en 1432 volgde de aanleg van een eerste ommuring.In 1393 had Sluis te lijden van een stadsbrand en eind 15de eeuw van de toenemende verzanding van het Zwin. Rond 1506 was nog slechts een derde van Sluis bewoond. Sluis werd in 1587 door de Spanjaarden onder leiding van de hertog van Parma veroverd en in 1604 door prins Maurits heroverd. De in 1699-1702 verbeterde vesting kon de verovering door de Fransen in 1747 en 1794 en de Belgen in 1830 niet voorkomen. Bij de beschieting in 1794 raakte het kasteel beschadigd, waarna het in 1820 werd afgebroken. De Mariakerk was al rond 1605 gesloopt, de Janskerk brandde in 1811 uit en werd in 1823 tot op de fundamenten afgebroken.

Deze zijn nog zichtbaar (St.-Jansstraat ong.). In 1839 werd de vestingfunctie van Sluis opgeheven. In 1861 verloor Sluis de havenfunctie toen men het Paswater, een restant van het Zwin, afdamde; dit terwijl in 1857-'58 nog een kanaal naar Damme en Brugge was aangelegd.

Een bombardement op 11 oktober 1944 verwoestte de oude stadskern van Sluis. Hierbij ging onder meer de Herv. kerk (1824) verloren. De wederopbouw kwam tot stand naar plannen van F.H. Klokke, waarbij de stadsuitbreidingen op enige bebouwing langs de uitvalswegen na beperkt bleven tot het gebied binnen de nooit geheel volgebouwde oude vesting.