Gepubliceerd op 02-01-2020

Herv. kerk in Breukelen

betekenis & definitie

(Straatweg 59). Laatgotische, bakstenen kruiskerk, spaarzaam versierd met speklagen van tufsteen bij de vensters van het koor en de steunberen van koor en transept.

De kerk was oorspronkelijk gewijd aan Johannes de Doper en dateert uit de eerste helft van de 15de eeuw.De driezijdig gesloten St.-Barbarakapel tussen koor en zuidtransept is waarschijnlijk kort vóór 1467 gesticht. De sobere westtoren met twee geledingen en een ingesnoerde naaldspits is in 1705 herbouwd nadat hij in 1702 bij een storm was ingestort. Aan die herbouw herinnert een opschrift boven de toreningang. Vermoedelijk werd bij die werkzaamheden ook het schip vernieuwd.

De toren, waarin een uit 1463 daterende klok van Steven Butendiic hangt, moest men na 1705 nog herhaaldelijk herstellen, vooral wegens verzakking.

Uit 1718 dateert de, in classicistische stijl gebouwde, achtkantige kapel tegen de zuidzijde van het schip. Het betreft de grafkapel van de bewoners van het huis Gunterstein. Ferdinand van Collen, de toenmalige eigenaar, heeft deze gesticht. De kapel is vanuit het schip toegankelijk via een rijk portaal met ionische pilasters, ontworpen door J. Mast. Het is afgesloten met een fraai smeedijzeren hek.

De voor de familie Cliquet van het huis Vechtvliet bestemde vierkante grafkapel in de hoek van de noordelijke transeptarm is waarschijnlijk ook 18de-eeuws. Het toegangsportaal in het oosteinde van het koor dateert uit 1839-'40, toen de kerk een belangrijke verbouwing onderging. Bij die gelegenheid kreeg de kerk een stucgewelf en een gedeeltelijk nieuwe inrichting. Tegen de kerk verrees in 1916 een consistorie in neorenaissance-stijl, naar ontwerp van A. Mulder, de toenmalige rijksarchitect van de monumenten.

Het eenbeukige schip is geheel wit gepleisterd en wordt gedekt door een koof en houten tongewelf. De kansel heeft een laat-18de-eeuwse kuip en is uitgerust met een koperen lessenaar, een doopbekkenhouder en lichtarmen. Het vermoedelijk 19de-eeuwse houten doophek heeft twee versierde koperen doopbogen. Eén daarvan dateert uit 1657 en is vervaardigd door E.E. Verhulst. Verder staan er in de kerk eenvoudige, 17de- en 18de-eeuwse, overhuifde herenbanken van de bewoners van ridderhofsteden en buitenplaatsen bij Breukelen.

G.Th. Bätz vervaardigde in 1787 het orgel en C.G.F. Witte breidde het in 1860 uit met een tweede manuaal; het snijwerk en de sculpturen zijn van W. Winter. Ook de baldakijnschildering op het houten schotwerk achter het orgel is 18de-eeuws. In het afgescheiden, vijfzijdig gesloten koor staat de marmeren graftombe van Johan Ortt, heer van Nijenrode (†1701) en zijn vrouw, Anna Pergens (†1732); hun door griffioenen gedragen wapens zijn in wit marmer gebeeldhouwd op de zijkanten van de tombe.

Anna Pergens, die de tombe in 1701 liet plaatsen, legde ook de eerste steen voor de nieuwe kerktoren. In de toren bevindt zich de laat-middeleeuwse grafzerk van Liesbeth van Zuylen (†1494) en Jan van Nijenrode (†1495), en in de St.-Barbarakapel een marmeren rococo-grafmonument met rijke doodssymboliek voor Willem Tersmitten (†1766) en zijn vrouw Jacoba Louisa Pelgrom (†1751). Verder hangen in de kerk veel rijk gesneden en geschilderde 18de-eeuwse rouwborden voor leden van de families Van Collen van huis Gunterstein en Ortt van kasteel Nijenrode.