Monumenten in Noord Holland

R. Stenvert en C. Kolman (2006)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Woonhuizen in Monnickendam

betekenis & definitie

De bebouwing bestaat voornamelijk uit vrijstaande diepe huizen. De tussenliggende druipstrook of steeg heeft men later veelal bebouwd.

Achter de gevels gaan vaak oudere kappen, balklagen of houtskeletten verborgen. Zo is bij Middendam 3 de voorgevel vernieuwd (circa 1880), maar heeft men inwendig een vermoedelijk 17de-eeuws houtskelet behouden.Het achterhuis bevat nog een vroeg-15de-eeuws cachot, dat mogelijk deel uitmaakte van het oude stadhuis. Het later gepleisterde laat-middeleeuwse huis Gooischekaai 10 heeft een souterrain en een hoger gelegen ingang met trap. Het houtskelet is voorzien van gotische sleutelstukken en renaissancistische zwanenhalskorbelen (16de eeuw). Ook het in 1611 door Cornelis Melisz gebouwde huis In de Bonten Os (Noordeinde 26) heeft een houtskelet met laat-gotische sleutelstukken. De onderpui met gesneden deurkalf hoort bij een restauratie in 1923 (geveltop 1950, restauratie 2001). Siermetselwerk bevat de, in ‘1592’ gedateerde, in- en uitgezwenkte gevel met klimmende pilasters en vlechtingenfries van Haven 1.

Hiermee vergelijkbare gevels uit circa 1600 hebben Weezenland 17 en Kerkstraat 54 (pui vermoedelijk 1773). Zonder klimmende pilasters uitgevoerd zijn de gevels van Kerkstraat 15 en Weezenland 7. Het laatstgenoemde pand heeft een houtskelet met gebombeerde korbelen en sleutelstukken.

Een rijke maniëristische trapgevel met toppilaster, zandstenen dekplaten en hoekblokken bezit Middendam 6 (pui modern). Deze is gedateerd 1614 (cartouche) en voorzien van leeuwenmaskers aan weerszijden van het fries. Het in 1620 vermoedelijk voor Jan Cornelis Beringh gebouwde huis Kerkstraat 32 heeft eveneens een rijke maniëristische trapgevel (pui circa 1760). Het huis Dit is Uitendam (Noordeinde 10) kwam vermoedelijk rond 1630 tot stand voor Jan Dirksz Mars uit Uitdam. Een gevelsteen meldt evenwel het jaar 1660. Het achterhuis dateert uit de 18de eeuw.

Andere voorbeelden van trapgevels met een toppilaster zijn te vinden bij de rond 1630 gebouwde huizen Noordeinde 17 en In de Hoop (Fluwelen Burgwal 13), en bij Kerkstraat 41 (circa 1660). Eenvoudiger 17de-eeuwse trapgevels hebben Weezenland 18 (met siermetselwerk), Fluwelen Burgwal 7 (vóór 1639) en het later tot pakhuis verbouwde pand Fluwelen Burgwal 12. Bij het tweebeukige pand Noordeinde 100 (1651) heeft men de trapgevels later veranderd in tuitgevels. Uit het derde kwart van de 17de eeuw dateren de met een fronton bekroonde trapgevels van Zarken 14, Kerkstraat 9 en Kerkstraat 45. Iets jonger zijn de classicistische halsgevels met segmentvormig fronton, zoals bij Noordeinde 11 (1681) en Noordeinde 43 (1697). In het laatstgenoemde pand vestigde G. Sistermans in 1888 het logement ‘De Posthoorn’ (bijgebouw Noordeinde 45 circa 1890).

Het forse herenhuis De Bruijnvis (Noordeinde 21) heeft een hardstenen gevel in Lodewijk XIV-stijl met hoekpilasters, pronkrisaliet en een rijk bewerkte kroonlijst met vazen en kuif (met afbeelding bruinvis). Dit huis ontstond in 1741 door samentrekking van twee bestaande tweelaagse panden en toevoeging van een schijnverdieping of ‘leugenaar’. De tonnetjes in de kroonlijst verwijzen naar bouwheer en zeepzieder Arent Claesz Bruijn (zeepziederij ‘Bruijn en Visscher’). Van 1898 tot 1968 bewoonden zusters ursulinen het pand en in 1985 is het verbouwd tot appartementen. Het interieur bevat nog stucwerk in Lodewijk XIV-stijl. Bij Noordeinde 24 werden rond 1760 twee bestaande panden samengevoegd achter een gevel met pronkrisaliet.

Opmerkelijk is de uitgezwenkte gevelvoet. Voorbeelden van eenvoudiger 18de-eeuwse dwarse eenlaagspanden zijn Zarken 12, met dakkapel in Lodewijk XV-vormen, en Noordeinde 39 met ionische ingangsomlijsting (circa 1780). Laat-18de-eeuws zijn verder de met omlijste ingang uitgevoerde herenhuizen Noordeinde 19 en Noordeinde 50. Diverse diepe huizen kregen in de 18de eeuw een klokgevel. In Lodewijk XIV-stijl uitgevoerd zijn die van Noordeinde 15 (met pilasters) en Kerkstraat 47, beide uit circa 1740. Een Lodewijk XV-klokgevel met kuif en hoekvoluten heeft Noordeinde 18.

Eenvoudiger halsgevels zijn te vinden bij Kerkstraat 35 en het huis Het Lanswelvaare (Kerkstraat 52), waar een gevelsteen een voorstelling van scheepjes toont (1763). Sobere 18de-eeuwse puntgevels hebben bijvoorbeeld Kerkstraat 4 en Zuideinde 16.

Een gevel uit circa 1880 bezit de in de kern oudere notabelenwoning Haven 8, die toegankelijk is via een hoge stoep. Sober is het brede dubbelpand Noordeinde 35-37 (circa 1890). Veel diepe eenlaagse panden hebben 19de-eeuwse tuitgevels, zoals Kerkstraat 26, Zuideinde 35 en Noordeinde 71 (kern circa 1650); het laatste heeft nog een deur in Lodewijk XIV-stijl en een gevelsteen met bijbelse voorstelling. In neorenaissance-vormen uitgevoerd zijn de trapgevel van Noordeinde 3 (circa 1890) en de tuitgevel van Nieuwe Zijds Burgwal 48 (circa 1890). Soms gaf men eenlaagse huizen meer status met behulp van schijngevels met horizontale lijsten, zoals bij Zarken 16 (circa 1880), Zuideinde 10 (circa 1890) en Noordeinde 59 (circa 1910). Voorbeelden van geschakelde eenlaagse vissers- en arbeiderswoning zijn Weezenland 12-13 (1870), Nieuwe Zijds Burgwal 2-28, 1-29 (circa 1890) en Zuideinde 66-68 (18de eeuw, verbouwd 1910).

Bij de directeurswoning Groote Noord 11 (circa 1900) is het dak afgewerkt met gesneden windveren in chaletstijl. Kleurrijk is de aan de jugendstil verwante gevel van de woning met praktijkruimte Noordeinde 19 (circa 1915). Noordeinde 9 (circa 1925) bezit een topgevel met erker en siermetselwerk in zakelijkexpressionistische stijl. Voorbeelden van volkswoningbouw zijn Zonnepad 1-3 (1915) en Rozendaalstraat 2-6 (circa 1920) met expressionistische details.