Monumenten in Noord Holland

R. Stenvert en C. Kolman (2006)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Woonhuizen in Enkhuizen

betekenis & definitie

De binnenstad van Enkhuizen bestaat voornamelijk uit diepe huizen. Vaak zijn deze later van hun geveltop ontdaan of voorzien van een geheel nieuwe gevel en soms verloren ze zelfs hun verdieping.

Achter de gevels gaan dan ook vaak oudere kappen, balklagen of houtskeletten schuil. Het diepe eenlaagspand Westerstraat 28 met ingangsomlijsting in Lodewijk XIV-vormen is een voorbeeld van een rond 1740 verlaagd 17de-eeuws huis.

Het smalle diepe huis Dijk 72 heeft een gevelsteen uit 1646 en is opgebouwd met elementen afkomstig van enkele andere 17de-eeuwse gevels. Voorbeelden van de vele van hun topgevel ontdane huizen zijn Breedstraat 50, Breedstraat 166 en Zuider Havendijk 18 (gevel 1927).

Het laatstgenoemde pand heeft inwendig een houtskelet met gesneden sleutelstukken.Tot de oudste Enkhuizer huizen behoort het in 1961 gerestaureerde diepe eenlaagspand Westerstraat 76. De met speklagen uitgevoerde laat-gotische trapgevel is voorzien van zeszijdige pinakels op gebeeldhouwde kraagsteentjes (pui 19de eeuw). Het huis bevat een houtskelet uit 1536-'37 (d) met peerkraalvormig geprofileerde sleutelstukken. Een laatgotische trapgevel met speklagen en segmentvormig afgesloten, geprofileerde vensternissen heeft het diepe huis Westerstraat 15 (circa 1560; pui circa 1930). Vergelijkbare vensternissen vertoont Breedstraat 41 (circa 1540; geveltop 18de eeuw). Dit huis heeft een houtskelet met peerkraalvormig geprofileerde sleutelstukken (kap 18de eeuw).

Ook het, later mogelijk verlaagde, huis Breedstraat 43 heeft gelijksoortige vensternissen (circa 1550). De ingezwenkte lijstgeveltop is 19de-eeuws. Een maniëristische trapgevel met klauwstukken uit 1623 bezit het smalle pand Breedstraat 32 (gerestaureerd 1947). In het voorhuis is een laat-gotisch houtskelet met peerkraalvormige profielen behouden.

Met de jaartalankers ‘1591’ gedateerd is de trapgevel van Vijzelstraat 56, waarvan pui en geveltop in 1947 zijn gerestaureerd. Een beter voorbeeld van een vroege trapgevel is Westerstraat 197 uit 1595 (jaartalankers) oorspronkelijk met hijsluiken geflankeerd door kleine vensters. De gevelstenen met beeltenissen van Maurits van Nassau, Karel V en Philips II zijn mogelijk later geplaatst. Ook Westerstraat 79 (circa 1600) toont een goed voorbeeld van een dergelijke vroege trapgevel. Het uit 1592 (jaartalankers) daterende huis Westerstraat 7 heeft een in- en uitgezwenkte gevel met klimmende pilasters (top gereconstrueerd). Vergelijkbaar is de (gerestaureerde) gevel van Westerstraat 116 (circa 1600). In- en uitgezwenkte gevels zonder pilasters hebben de panden Waagstraat 26-28 (circa 1600; gerestaureerd 1943).

17de-eeuwse huizen

Beeldbepalend vanaf het IJsselmeer zijn de (sterk gerestaureerde)midden-17de-eeuwse ondiepe huizen aan de Bocht en het Zuiderspui. Ze zijn gebouwd op een smalle strook grond ter plaatse van de toen gesloopte stadsmuur. Boven de kelder hebben deze huizen op standvinken uitgebouwde houten ‘hangkamers’. Van de vele vroeg-17de-eeuwse huizen met rijk versierde maniëristische trapgevels is Westerstraat 158 (1617) het rijkste voorbeeld. De met speklagen uitgevoerde topgevel is voorzien van klauwstukken en (gekoppelde) dorische pilasters, en wordt bekroond door een aedicula met daarin een stedenmaagd met stadswapen. Behalve diverse gevelstenen in het puifries toont de geveltop ook nog twee gevelstenen (‘Leeuw in de Hollandse Tuin’ en ‘Jezus en de Samaritaanse vrouw’).

Uit 1614 (gevelsteen) dateert de trapgevel van Westerstraat 9. Opmerkelijk is hier dat de (later vernieuwde) vensters tussen zandstenen klauwstukken zijn gevat. Het puifries is voorzien van voor die tijd gebruikelijk siermetselwerk en gevelstenen en zandstenen hoekblokken. Het waarschijnlijk voor kapitein Cornelis Liewensz de Leeuw gebouwde huis In de Eendracht (Breedstraat 121; 1640) heeft een trapgevel met hoekblokken. Het interieur bevat een voorhuis met opkamer, een binnenhaard met bedstede en daarnaast een gang naar de achterkamer met afgeschoten privaat en zoldertrap. De enkelvoudige balkenlaag wordt ondersteund door gebeeldhouwde consoles (engelenkopjes).

Andere voorbeelden van trapgevels met hoekblokken in de treden en een puifries met gevelstenen zijn te vinden bij Breedstraat 102 (1619) en Torenstraat 11 (circa 1620) beide huizen hebben een houtskelet met gebombeerde korbelen - en verder bij Westerstraat 92 (1625), Breedstraat 60 (1643), Westerstraat 230 (1644), Westerstraat 173 (1650; pui begin 19de eeuw) en Zuider Havendijk 38 (1650). Eenvoudige trapgevels zijn verder te vinden bij Westerstraat 94, 113 en 228, Torenstraat 38, Karseboomstraat 3 en Vijzelstraat 73. Een late trapgevel heeft het kleine huis Vissersdijk 44 (1657; gerestaureerd 1960). Hier is het houtskelet voorzien van ojiefvormig geprofileerde sleutelstukken. De jongste gedateerde trapgevel is die van Torenstraat 20 (1689).

Het Paludanushuis (Westerstraat 65) volgens overlevering het sterfhuis van stadsmedicus Bernardus Paludanus (geveltekst aangebracht 1933) heeft een 17de-eeuwse kern en een classicistische verhoogde halsgevel uit 1659 (gevelsteen). Bij een ingrijpende verbouwing in 1803 kreeg het de geblokte ingangsomlijsting in empire-stijl. Westerstraat 17 heeft een classicistische klokgevel uit 1686 met festoenen. Sober zijn de schoudergevels van de kort na het midden van de 17de eeuw gebouwde huizen Prinsenstraat 21 en Waagstraat 8.

18de-eeuwse huizen

Door de sterk afgenomen welvaart bouwde men in de 18de eeuw vrijwel geen nieuwe huizen, maar wel werden diverse huizen van een nieuwe gevel voorzien. Enkele belangrijke inwoners trokken twee diepe huizen samen achter één nieuwe gevel, zoals de familie Van Bleiswijk bij Westerstraat 84-86. Hier werden rond 1740 twee bestaande panden onder een omlopend schilddak gebracht en verrees een voorgevel met geblokte hoekpilasters en een middenrisaliet met hardstenen attiekstuk in Lodewijk XIV-stijl. De erker daaronder is vroeg-19de-eeuws. Ook bij Westerstraat 121 verdwenen twee diepe huizen rond 1740 (mogelijk 1732) achter een nieuwe gevel met pronkrisaliet en dakkapel in Lodewijk XIV-stijl (winkelpui eind 19de eeuw). Het diepe huis Westerstraat 91 kreeg kort na 1732 in opdracht van T.

Buyskens en P. Verbruggen een nieuwe gevel in rijke Lodewijk XIV-stijl. Deze gevel heeft een asymmetrisch pronkrisaliet, een dakkapel en verder lambrekijns onder de verdiepingsvensters. De voorkamer is voorzien van een schouwbetimmering en een plafond in Lodewijk XVI-stijl. Bescheidener is de halsgevel met Lodewijk XIV-bekroning van Bagijnestraat 3 (circa 1750). Andere sobere midden-18de-eeuwse voorbeelden zijn de halsgevels van Prinsenstraat 5, Breedstraat 46, Westerstraat 60 en 68, en de klokgevel van Breedstraat 38.

In Lodewijk XV-stijl uitgevoerd is de halsgevel van Westerstraat 75 (1764) met lambrekijns onder de vensters, zandstenen klauwstukken en een kuifbekroning. Andere halsgevels in Lodewijk XV-stijl zijn te vinden bij Westerstraat 66 (1750), Breedstraat 44 (1753) en Westerstraat 194.

Dakkapellen in deze stijl hebben Torenstraat 40 en Westerstraat 42 en 44 (alle circa 1760).

Sobere Lodewijk XVI-details vertoont het laat-18de-eeuwse diepe huis Westerstraat 85 met zijn ionische ingangsomlijsting en een dakkapel met wangen. Een vergelijkbare dakkapel heeft ook Westerstraat 90. Uit het eind van de 18de eeuw dateren verder de klokgevel van Zuider Havendijk 15 (geblokte ingang met snijlicht) en het brede huis Breedstraat 69 met middentopgevel. Eind-18de-eeuwse voorbeelden van achter een sobere nieuwe brede gevel samengetrokken oudere panden zijn Breedstraat 66, met geblokte ingangsomlijsting en Lodewijk XVI-snijlicht, Prinsenstraat 19 (met gepleisterd koetshuis) en Breedstraat 51 (met tuinhuis aan de Hoogstraat).

19de- en 20ste-eeuwse huizen

In de eerste helft van de 19e eeuw voerde afbraak de boventoon en verrezen slechts weinig nieuwe huizen. Een uitzondering is de brede notabelenwoning Westerstraat 201 (circa 1820) met geblokte hardstenen hoekpilasters en middenrisaliet, en een pronkrisaliet met empiredetails en bekronende dakkapel. Voor een bestaand huis verrezen sobere neoclassicistische gevels bij Kaasmarkt 13 (1817) en Waagstraat 1 (circa 1820).

Gepleisterde eclectische voorgevels hebben Prinsenstraat 13 (circa 1860) en Nieuwstraat 12 (circa 1870). Geheel nieuw opgetrokken en uitgevoerd met sobere neoclassicistische details is de notabelenwoning Breedstraat 74 (circa 1880). Het rijke neorenaissancepand Breedstraat 45 (1890) werd ontworpen door C.B. Posthumus Meyjes. Voorbeelden van burgerwoningen met neorenaissance-details zijn Westerstraat 31 (circa 1890), Buyskenweg 1-8 (circa 1895) en Dijk 68 (circa 1900). Chaletstijl-elementen en een houten verdiepingserker heeft het herenhuis Breedstraat 65 (1903, ontwerp A. van der Lee).

Rationalistische details en jugendstil-elementen vertonen de huizen Sijbrandsplein 2-6 (1909) en de herenhuizen Westerstraat 217 (circa 1910) en Nooit Gedacht (Westerstraat 225; 1910). Karakteristiek is de gepleisterde verdieping met loggia van de villa Uytwijck (Wilhelminaplantsoen 43; 1917). Uitgevoerd met expressionistische details zijn de arbeiderswoningen Semeinszstraat 3-11 (1917) en het huis St.-Jansstraat 42 (circa 1920). Een aardig voorbeeld van duplexwoningen waarbij de bovenste laag door een galerij wordt ontsloten is Snouckstraat 2-14 (circa 1950).

< >