Van de oudste verdedigingswerken resteert de in 1986 opgegraven en vervolgens tot net boven het maaiveld opgemetselde laat-15de-eeuwse Spijtbroekstoren (Spaans Leger ong.) [22].
Ter verdediging van de Oude Haven verrees in 1540 de Zuiderpoort, die vanwege haar vorm beter bekend is als de Dromedaris (Paktuinen 1) [23]. Deze poort bestaat uit een forse ronde hoofdtoren en een aangebouwde kleinere halfronde neventoren die is voorzien van een overwelfde doorgang. De zware als rondeel uitgevoerde hoofdtoren heeft een kelder met koepelgewelf en een begane grond met twaalfdelig meloengewelf, waarvan de bakstenen ribben rusten op geprofileerde kraagstenen. Beide ruimten hebben nissen met schietgaten, alle uitgevoerd met schoorsteenachtige kanalen voor het afvoeren van de kruitdamp. In 1649-'58 werd de poort verhoogd met twee minder zwaar uitgevoerde verdiepingen en kreeg de hoofdtoren een bekroning met koepeltorentje. Hierin hangt een carillon met twee door Geert van Wou gegoten klokken (1524), achttien klokken van Pieter Hemony (1671-'77) en een ‘veermans- of beurtschipperklok’ van Jan Verbruggen (1755). Tegen de oostmuur zijn twee (Gelderse) scheepsankers uit 1537 aangebracht.
Aan de veldzijde heeft de poortdoorgang een dorische omlijsting met aedicula. Deze is gedateerd ‘1540’, maar is met gebruik van bestaande onderdelen aangebracht in 1649. Gelijktijdig kwam aan de stadszijde een classicistische dorische doorgangsomlijsting met aedicula en een beeld van de Enkhuizer stedenmaagd tot stand. Onder leiding van Ad. Mulder heeft men de poort in 1914-'15 gerestaureerd. Tot de omwalling van de nieuwe stadsuitbreiding werd in 1587 besloten.
Naar plannen van Adriaen Anthonisz van Alkmaar kwamen in 1593-1600 zeven bastions tot stand volgens het Oud-Hollandse stelsel (opgehoogd 1672). Na het opheffen van de vesting in 1874 werd het zuidelijke bastion Oranje in 1885 geslecht ten behoeve van de spoorlijn. Het noordelijke bastion verdween bij de uitbreiding van de Alg. begraafplaats in 1912. Behouden zijn de bastions Hollandia (met R.K. begraafplaats), Zeelandia, Stad en Lande, Friesland en Nassau. In de courtines tussen de bastions bevinden zich op twee kleine waterpoorten: de Boereboom (Vest 4) [24] en de Oudegouwsboom (Vest 2) [25]. Deze waren oorspronkelijk voorzien van sluisdeuren, die bediend werden vanuit het bovenliggende wachthuis (circa 1600, gerestaureerd 1940).
Een houten poort uit 1599 aan het einde van de Westerstraat werd in 1649-'54 vervangen door de huidige Wester- of Koepoort (Vest 6) [26]. Dit classicistische poortgebouw op geknikt rechthoekige grondslag heeft een met kruisribgewelven overkluisde doorgang. De met Bentheimer zandsteen beklede poort is aan de veldzijde voorzien van kolossale dorische pilasters, aan de stadszijde flankeren dorische halfzuilen de doorgang. Waarschijnlijk had stadsfabriek Jacob Pietersz de leiding bij de bouw, het ontwerp wordt vanouds toegeschreven aan Jacob van Campen. De huidige kroonlijst en het omlopend schilddak met achtzijdige klokkentoren kwamen tot stand in 1729-'30 onder leiding van fabriekmeester Freek Kophen. In de klokkentoren hangt een door Claes Noorden en Jan Albert de Grave gegoten klok (1708, aangebracht 1793).
Aan de veldzijde staat op de kroonlijst een beeld van de stedenmaagd. De gevel aan de stadszijde werd in 1916 aangepast en in 1938 heeft men het verkeer om de poort geleid. Toen werd aan de veldzijde een nieuwe stenen brug aangelegd.
In de zeedijk bevindt zich het Staverse Poortje (Wierdijk ong.) [27]. Dit in
1833 herbouwde bakstenen poortje gaf toegang tot een buitendijkse aanlegsteiger en is opgebouwd met 17de-eeuwse onderdelen, waaronder een doorbroken gezwenkt fronton met het stadswapen.