Monumenten in Noord Holland

R. Stenvert en C. Kolman (2006)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Engelse Presbyteriaanse kerk in Amsterdam

betekenis & definitie

De Engelse Presbyteriaanse kerk (Begijnhof 48) is een tweebeukige kerk met driezijdig gesloten koor en een slanke toren van vier geledingen met portaaluitbouw en ingesnoerde spits. In 1417 werd hier een eenbeukige kapel gebouwd, gewijd aan Maria, Johannes de Doper en de heilige Ursula (na 1421).

In de noordmuur herinneren de boven elkaar geplaatste vensters aan de oude situatie als dubbelkerk met inwendig een ‘nonnengalerij’. Na de Alteratie (1578) kwam de kerk leeg te staan, om in 1607 door Engelse en Schotse calvinisten in gebruik te worden genomen.

In 1665 breidde men de kerk uit met een zuidbeuk. Bij een ingrijpende vernieuwing van de noordgevel in 1727 veranderden de spitsboogvensters in rondboogvensters.

In de 19de eeuw kreeg het gebouw een buitenbepleistering. Er zijn restauraties uitgevoerd in 1912, 1937 (ontpleistering toren) en 1974-'76.Het interieur wordt gedekt door een houten tongewelf met trekbalken. De laat-17de-eeuwse preekstoel heeft houten panelen (1898) van E. van der Tuuk naar ontwerp van P. Mondriaan. De koperen lezenaar (1689) werd geschonken door koning-stadhouder Willem III en zijn vrouw Mary Stuart. Uit de 18de eeuw bevat de kerk een archiefkast, twee herenbanken de ene in Lodewijk XVI-stijl en de andere met een uurwerk - en een door Jacob Hulstman vervaardigde orgelgalerij en orgelkast in Lodewijk XV-stijl (1753). Het instrument is rond 2000 herbouwd naar het originele ontwerp van Christiaan Muller.

Verder is er een grafzerk voor de schilder Ch.H. Hodges († 1837). Het gebrandschilderde venster in het koor werd in 1920 geschonken door E. Bok ter herinnering aan het vertrek van de Pilgrim Fathers naar Amerika (1620).