alteratie
(16e eeuw, vero.) (< Fr. altération) zenuwachtigheid; ontsteltenis; verwarring. O.a. bij Molema (1887), ter Laan (1929) en Endt (1974). • Huil niet, vrouw! Ben je gek om je ongerust te maken. Wat 'n alterasie om zoo'n lammen vent, hé? (Justus van Maurik: Papieren kinderen. 1888) • alteroatsie: ontroering, ontsteltenis; t...